vrijdag 23 april 2010

nieuwsbrief "STORTFRONT" MAART 2010


Maart 2010
voorzitter: Nol Simons, Nagelbeek 80, Schinnen
tel. 046-4431387
secretaris: Ine Crouzen, Vinkenstraat 7, Spaubeek,
tel. 046-4432750
e-mail: milieugroep.stort@planet.nl
www.milieugroep.blogspot.com
s t o r t f r o n t
het
Milieugroep Regionaal Stort Westelijke Mijnstreek



In de afgelopen periode zijn verschillende besluiten genomen – of staan op het punt te worden genomen – die belangrijk zijn voor de toekomst van “ons” stukje Centraal Plateau. U leest erover in dit Stortfront:
· Provincie weigert ontgrondingvergunning groeve Spaubeek – pag. 3
· Onderzoek Wageningen UR afgesloten met presentatie rapport – pag. 6
· In de Gebiedscommissie Westelijke Mijnstreek wordt gepraat over een gezamenlijke visie op het groevengebied – pag. 5
· Raad van State behandelt beroep milieuvergunning Thermiek – pag. 9
· Procedure aansluiting Buitenring Parkstad op A76 bij Nuth gestart; op- en afritten bij Schinnen zullen verdwijnen – pag. 11


ALGEMENE LEDENVERGADERING

Normaal gesproken organiseert het bestuur in februari/maart de jaarlijkse algemene ledenvergadering. Door onvoorziene omstandigheden lukt dat dit jaar niet. Omdat bestuursleden in april en mei op vakantie zijn, zijn we genoodzaakt de jaarvergadering dit jaar later te houden. U kunt alvast dinsdag 1 juni, 19.30 uur in uw agenda noteren. Een officiële uitnodiging met agenda en andere stukken zullen wij te zijner tijd toesturen.
Over de ontwikkelingen in de afgelopen periode en de zaken waar wij de komende tijd mee bezig zullen zijn praten wij u in dit Stortfront bij.


ONTGRONDING SPAUBEEK

Vergunning geweigerd

In januari 2009 diende de firma Bruls een aanvraag in voor het hervatten van de ontgrondingen in de groeve Spaubeek. De Milieugroep is tegen deze ontgrondingen, die zeker 10 jaar gaan duren, omdat de werkzaamheden veel overlast zullen veroorzaken voor de omwonenden. Ook zal de in de groeve reeds aanwezige natuur worden vernietigd. Het realiseren van natuurontwikkeling in de groeve zal lange tijd op zich laten wachten. Ook de omwonenden waren niet blij met het vooruitzicht van vele jaren overlast en verkeersdrukte. Dat bleek tijdens de informatieavond die de Milieugroep vorig jaar januari in Spaubeek organiseerde. Het werd dus met spanning wachten op een besluit van de provincie.

Na ruim een jaar heeft de Provincie nu een besluit genomen t.a.v. de aanvraag van de firma Bruls. Gedeputeerde Staten hebben besloten de aanvraag van de firma Bruls tot het ontgronden van het resterende deel van de groeve Spaubeek te weigeren. Dit betekent dat de zandwinning (voorlopig) niet zal worden hervat.

Reden voor de provincie om de aanvraag te weigeren is het feit dat de firma Bruls niet heeft aangetoond dat de ontgronding een “maatschappelijke meerwaarde” heeft, zoals vastgelegd in het provinciale ontgrondingenbeleid. Dit komt er op neer dat het gebied na de ontgronding kwalitatief “beter” moet zijn dan voor het begin van de werkzaamheden. Volgens de provincie is er sprake van een maatschappelijke meerwaarde van deze ontgronding als natuurontwikkeling na ontgronding in de gehele groeve zal plaatsvinden en als de groeve wordt opengesteld. Ook moet worden onderzocht wat er met het papierpulp dat in een deel van de groeve ligt moet gebeuren.

Dus moest de firma Bruls tot overeenstemming komen met Essent Milieu, eigenaar van het reeds ontgronde deel van de groeve inclusief het gebied waar het papierpulp zich bevindt, over de eindafwerking van de groeve. Bruls heeft niet kunnen aantonen dat die overeenkomst met Essent er is.
Ook zijn de onderzoeken naar het papierpulp nog niet afgerond. Wel is inmiddels duidelijk geworden dat het slib inderdaad stabiel is, zoals de deskundige die de Milieugroep 5 jaar geleden raadpleegde al had gezegd. Er wordt nu nog gewacht op de resultaten van een milieuhygiënisch onderzoek dat duidelijk moet maken of de bodem onder het slib en het grondwater vervuild zijn door de pulp en of dat in de toekomst nog kan gebeuren. De kans dat dit gebeurt na al de jaren dat het slib al in de groeve ligt, lijkt ons niet erg
groot. Dit alles was voor de provincie reden om de vergunning te weigeren.
Groeve Spaubeek
Voorlopig wordt er dus niet gegraven in Spaubeek. Voor degenen die het hele besluit wil lezen: het ontwerpbesluit van GS ligt tot en met 13 april a.s. ter inzage in de bibliotheek van het Gouvernement in Maastricht en in het gemeentehuis van Beek. U kunt het besluit ook op internet bekijken via www.limburg.nl/vergunningen (en klik dan op actuele vergunningsbesluiten). Iedereen kan over het ontwerpbesluit een zienswijze indienen, mondeling of schriftelijk. Dat moet vóór 13 april 2010. Daarna zal GS een definitief besluit nemen. Iedereen die een zienswijze heeft ingediend kan tegen dit definitieve besluit beroep instellen bij de Raad van State.

De Milieugroep zal geen zienswijze indienen omdat er met dit besluit niet ontgrond mag worden. Mocht er in de toekomst een nieuwe aanvraag worden gedaan omdat Bruls en Essent het toch eens zijn geworden over de eindafwerking en ook aan de andere voorwaarden van de provincie is voldaan, dan zullen wij zeker in actie komen.


HELLINGEN SCHINNEN, SPAUBEEK en … NUTH!

Sinds begin vorig jaar praat de Milieugroep samen met andere partijen over de toekomst van het groevengebied. In dit overleg binnen de Gebiedscommissie Westelijke Mijnstreek zitten ook de betrokken gemeenten, Landschapspark de Graven, het Waterschap, Natuurmonumenten, het IKL en de LLTB.
Uitgangspunt van dit overleg is de visie Groene Waarden, een analyse van het buitengebied Westelijke Mijnstreek en het project Corio Glana, een verbeterplan van de Geleenbeek en omliggende gebieden.
Het project Corio Glana bestaat uit 15 highlights, waarvan Hellingen Schinnen-Spaubeek er een is. Dit omvat het gebied vanaf Oudekerk tot en met het groevengebied aan de andere kant van de A76. Zeer recent is, ons inziens heel terecht, dit gebied richting Nuth uitgebreid tot aan de Horsel in Nuth.
Men is het erover eens dat dit hellingenlandschap, gelegen ten zuiden van de A 76 richting Centraal Plateau, waardevolle kenmerken heeft die bewaard en versterkt dienen te worden. Met name zijn dit het glooiende landschap, holle wegen, graften, lijnvormige elementen, hoogstamboomgaarden, beken en kasteelhoeven. Stilte, beslotenheid, vergezichten en openheid maken het gebied recreatief aantrekkelijk.
Het gebied is tevens een belangrijke schakel in de groene verbinding tussen het Geleenbeekdal en het Maasdal. Om deze schakel te optimaliseren dienen de natuurwaarden versterkt te worden en dient het gebied meer ontsloten te worden.
Een groot probleem richting Geleenbeekdal zijn de obstakels van de snelweg en de spoorlijn. Het is voor mens en dier van belang dat er bruggen en onderdoorgangen worden gemaakt, zodat het Geleenbeekdal en het Centraal Plateau beter met elkaar worden verbonden.
In november hebben de verschillende partijen het gebied in de stromende regen verkend. Ook bestuursleden van de Milieugroep waren hierbij aanwezig. Hierna zijn de kansen, knelpunten en wensen door de verschillende partijen benoemd. Op basis van deze gegevens stelt het bureau Heusschen*Copier nu een visie op voor het hele gebied. Ook het rapport “Groeven en graven” dat door Wageningen UR in opdracht van de Milieugroep is opgesteld wordt hierbij meegenomen.
Wanneer de visie door de verschillende partijen is geaccepteerd zullen gemeenten en andere plannenmakers hun plannen voor het gebied aan deze visie moeten toetsen. De visie zal dienen als kapstok voor toekomstige beslissingen voor het gebied, zowel op korte als op langere termijn.
Alle partijen zijn zich ervan bewust dat zaken op elkaar afgestemd dienen te worden, dus ook de plannen voor de groeven en het omliggende gebied.
Als Milieugroep hebben we bereikt dat we nu kunnen meepraten over de ontwikkeling van een visie voor het hele gebied. Erkend is ook onze mening dat bij de groeven niet los gezien kunnen worden van het omringende landschap. Wij vinden dit heel positieve ontwikkelingen.

GROEVEN EN GRAVEN
Dat is de titel van het rapport van de wetenschapswinkel van Wageningen UR, waarvan de eerste exemplaren op16 september j.l. werden aangeboden aan de burgemeesters van Beek en Schinnen en aan Leon Frederix van Landschapspark De Graven. De belangstelling voor de presentatie van het rapport was groot. Niet alleen waren heel veel partijen die op de een of andere manier betrokken zijn bij de ontwikkelingen van het groevengebied aanwezig, ook veel leden en omwonenden waren naar Noeber Beemden gekomen. Zij luisterden met grote belangstelling naar de presentatie van Derk Stobbelaar van Hogeschool Van Hall/Larenstein, samen met onderzoeker Hugo Hoofwijk auteur van het rapport. Daarna ontvingen de burgemeesters Cremers en Link en Leon Frederix uit handen van voorzitter Nol Simons het rapport. Alle drie reageerden zij kort op de inhoud (Ze hadden het rapport al enkele dagen vóór de presentatie kunnen inzien.) “Het rapport is deskundig en grondig voorbereid. Het verdwijnt zeker niet in een ambtelijke bureaula, maar zal onderdeel gaan uitmaken van het project Groene Waarden, gericht op verdere natuurontwikkeling in Schinnen en Beek. Ook past het in de lijn met de strategische visievorming van Schinnen die we momenteel aan het herijken zijn.” Zo complimenteerde burgemeester Link van Schinnen de Wetenschapswinkel en de Milieugroep. Ook burgemeester Cremers van Beek was positief. “Het rapport is voor ons een inspiratiebron. Het positieve hiervan is dat nu aangegeven wordt wat wél kan. Dat vergroot de snelheid en de betrokkenheid en is een belangrijke trendbreuk met het verleden.” Volgens voorzitter Simons van de Milieugroep Regionaal Stort Westelijke Mijnstreek hebben de gesprekken met de Wageningse onderzoekers nieuwe ideeën opgeleverd. ”Het is duidelijk dat we moeten samenwerken met alle partijen. Het gaat om een visie voor het hele gebied. We zijn zeer tevreden met het rapport. Het legt een stevige basis voor de eindvisie.”

De heren Cremers, Link en Frederix vol aandacht voor de presentatie van “Groeven en Graven”.
Zoals Nol Simons op 16 september al zei, is de Milieugroep erg tevreden met het rapport. Ook voor ons was het spannend omdat de mensen van de wetenschapswinkel bij de start van het project hadden aangegeven dat zij niet alleen naar onze ideeën zouden kijken, maar dat zij de voor- en nadelen van de verschillende alternatieve inrichtingsmogelijkheden voor het groevengebied naast elkaar wilden zetten en daaruit hun conclusies zouden trekken. Met de belangrijkste conclusie: niet opvullen en licht recreatief gebruik zijn wij heel gelukkig. Die sluit heel goed aan bij de ideeën die bij de Milieugroep leefden. Terugkijkend op de twee jaar dat het bestuur met “Wageningen” bezig is geweest kunnen we alleen maar zeggen: het was een drukke, maar boeiende tijd, die de ontwikkelingen in het groevengebied in een stroomversnelling hebben gebracht.

HET RAPPORT IN HET KORT

Aan het onderzoek hebben een vijftiental studenten van Wageningen UR en de hogeschool Van Hall/Larenstein meegewerkt. Op basis van de gegevens en ideeën van de studenten stelden Derk Stobbelaar en Hugo Hoofwijk het rapport “Groeven en Graven” op. Belangrijkste conclusie van het rapport: een inrichting van de groeven gericht op natuur en licht recreatief gebruik, dus niet opvullen, sluit het meest aan bij de wensen van omwonenden en bestuurders. Verder wijzen de auteurs er met nadruk op dat de groeven niet op zichzelf staan, maar dat ze deel uit maken van een groter gebied. Geadviseerd wordt de verbinding met de andere kant van de Geleenbeek, het landschapspark De Graven, te versterken, zodat een landschapspark De Graven en De Groeven zou kunnen ontstaan. Dit kan dan een onderdeel worden van een recreatief en ecologisch netwerk. Geschikt om te wandelen en te fietsen, maar ook een bijdrage leverend aan de verbetering van de waterhuishouding van het gebied en het terugdringen van erosie.
In het rapport worden plannen voor de groeven en het Hoogbeeksken verder uitgewerkt. Niet met het idee van “ zo moet het, en niet anders”, maar nadrukkelijk bedoeld als inspiratie voor het opstellen van een visie voor het gebied, waar op dit moment aan wordt gewerkt.

U leest alles over het onderzoek op het internet via de volgende link: www.wetenschapswinkel.wur.nl/NL/projecten/Projecten2009/zandgroeven/ Op deze pagina kunt u het volledige rapport downloaden. U vindt er ook een link naar een kort filmpje met beelden van de presentatie op 16 september .












Vergunning Thermiek
Nu wachten op besluit Raad van State
In het Stortfront van maart 2009 hebben wij u geïnformeerd over de ontwikkelingen rond de Modelvliegtuigclub Thermiek, gehuisvest op het Centraal Plateau in Nuth. Men vloog daar al tientallen jaren met allerlei modelvliegtuigen zonder vergunning en men werd gewezen op de noodzaak van een milieuvergunning.
Tegen de afgifte van een milieuvergunning brachten we bij de gemeente c.q. de Intergemeentelijke Milieudienst onze zienswijzen in. Onze bezwaren hadden betrekking op de toelaatbare geluidsbelasting, de veiligheid en aantasting van de natuurwaarden.
De Milieudienst toonde begrip voor onze argumenten en paste enkele voorschriften in de vergunning aan. Zo werd het aantal dagen dat vliegshows kunnen worden gehouden beperkt.

Toch waren we niet tevreden en besloten we beroep in te stellen bij de Raad van State. Dit deden ook omwonenden en het IVN Spau-Beek. We handhaafden onze eerder genoemde bezwaren en vonden de visie in het deskundigenrapport dat op verzoek van de Raad van State werd opgesteld, onvoldoende onderbouwd.

Op 23 februari j.l. werd de zaak bij de Raad van State behandeld.
We brachten in dat het geluid en de plotselinge aanwezigheid van de vliegtuigjes ernstig afbreuk doen aan de rust en stilte op het plateau. Een tegenwerping was dat voor de wet wandelaars, die zich slechts tijdelijk in het gebied bevinden, niet meetellen, dit in tegenstelling tot omwonenden. Een ander argument van de Milieugroep, recente nieuwe plannen voor natuurontwikkeling in het gebied (zie ook elders in dit Stortfront), zal niet in de weging van de Raad van State worden meegenomen omdat deze plannen thans gemaakt worden, na het aanvragen van de milieuvergunning. We betreuren dit natuurlijk maar het is een feit.

Veel aandacht hebben we gevraagd voor de geluidshinder; het geluid draagt veel verder dan het vlieggebied. Wij vinden dat het geluid zeker niet mag toenemen ten opzichte van het huidige niveau. De Milieudienst evenals Thermiek brachten in dat de grenzen voor geluid en de controlevoorschriften in de afgegeven vergunning juist een waarborg zullen zijn voor vermindering van overlast. Niet alles mag meer en het gebied is beperkt. De Milieudienst zei toe regelmatig te controleren en te handhaven en gaf aan hiervoor de mankracht te hebben.
Wij hebben op dit punt onze bedenkingen

Ook het aspect veiligheid kreeg ruim aandacht. Wij vinden dat voor de vliegers het terrein minder goed overzichtelijk is (enigszins hellend en niet duidelijk begrensd) dan in de vergunning en door de deskundigen gesteld.

Wat betreft de aanwezige natuurwaarden, met name de aanwezigheid van vogels, vinden wij dat men te veel uitgaat van waarschijnlijkheden en van verouderde rapporten. De raad van State sprak ter plekke niet uit of men nader onderzoek noodzakelijk vindt.
Onze verwachting is dat, met enkele kleine wijzigingen en aanpassingen, de vergunning er zal komen. De uitspraak werd wel gedaan dat Thermiek aan de reeds lange aanwezigheid daar geen rechten kan ontlenen.
De Raad van State zal binnen 6 weken, dus uiterlijk begin april, uitspraak doen.

Tenslotte nog dit:
Feit is dat het huidige Bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Nuth Thermiek reeds lange tijd de ruimte geeft deze activiteiten daar uit te oefenen, weliswaar zonder vergunning.
We vinden het spijtig dat met name de gemeenten Schinnen en Beek niet op de vergunningaanvrage hebben gereageerd, zeker vanwege de toekomstplannen in het gebied en de overlast ook in hun gemeenten.

Aansluiting Buitenring op A76 bij Nuth
Op- en afritten Schinnen verdwijnen

Om de belofte waar te kunnen maken dat de Buitenring Parkstad in 2015 in gebruik kan worden genomen heeft de Provincie het initiatief van Rijkswaterstaat overgenomen voor wat betreft de aansluiting op de A76 ter hoogte van Nuth. De bestaande op- en afritten bij Nuth en Schinnen zullen vervallen en vervangen worden door een nieuwe aansluiting bij Nuth.
Voor dit project moet een Milieu-Effect-Rapportage worden opgesteld. In september-oktober 2009 lag de startnotitie – Tracénota/MER ter inzage. De Milieugroep heeft een en ander bestudeerd en vervolgens hierop gereageerd.
Wij kwamen wij tot de conclusie dat er een grote kans is dat deze nieuwe aansluiting negatieve consequenties heeft voor o.a. het woon – leefklimaat in Schinnen en Spaubeek.
Van de 14 onderzochte alternatieve aansluitingen werden er uiteindelijk maar twee uitgewerkt in de Tracénota en die liggen beide in het gebied tussen Nuth en Reijmersbeek. Mensen die in de toekomst in Schinnen moeten zijn zullen, door het wegvallen van de bestaande op-en afritten in Schinnen, heel wat kilometers moeten gaan omrijden. Wij vermoeden daarom dat een en ander zal leiden tot veel meer sluipverkeer via Spaubeek en Hegge. Ook het verkeer via de Nutherweg zal intensiveren.

Inmiddels heeft de Provincie in een “Nota Zienswijzen Startnotitie….” gereageerd op de zienswijzen van alle betrokkenen en aangegeven dat de reacties worden gebruikt voor het opstellen van de “Tracenota/MER aansluiting Nuth”.

Daarnaast zijn er een aantal aanvullende richtlijnen verschenen van de “Commissie-MER” Deze zijn door GS integraal overgenomen en als richtlijnen voor de genoemde MER vastgesteld. Dit laatste is belangrijk omdat de “Commissie-MER” vindt dat alternatieve locaties voor deze aansluiting niet alleen gezocht hoeven te worden binnen een vooraf door de Provincie vastgestelde corridor.

Overigens kunt U ook via internet de ontwikkelingen rond deze aansluiting bijhouden. Op www.buitenringparkstad.nl kan men alle rapporten en kaartmateriaal terugvinden. Zeker de moeite waard om zelf een beeld te krijgen van de toekomstige aansluiting.

Labels:

(voor lay-outs)
Read more!